Bahaiquest Magazine header
Bahai 9 puntige ster

INHOUD

1 - De Geografische Tuin →

2 - De Tuin van vragen →

3 - De Perzische Tuin →

4 - De Tuin van de hoop →

5 - De Tuin van de zonde→

6 – De Tuin van de dagdromen →

7 – De Tuin van de mens →

8 – De Tuin van de schepping →

9 – De Tuin van morgen →

 

Zijpad van 1

De Geografische Tuin

Statenbijbel

Statenbijbel, Genesis 2,8:

Ook had de HEERE God een hof geplant in Eden, tegen het oosten, en Hij stelde aldaar den mens, dien Hij geformeerd had.

De genese van Genesis

grandval

Het verhaal over de schepping van de mens, zijn plaatsing in de Hof van Eden en de verdrijving naar het harde leven staat in de Bijbel, Oude Testament, Genesis ("In den beginne"), 1.26-3.24. Voor het historisch bestaan van het bijbelse Eden ontbreekt het archeologisch bewijs - Adam en Eva hebben geen artefacten nagelaten. Maar het is denkbaar dat het boek Genesis flarden bevat uit het herinneringsvermogen van generaties van vertellers. Wetenschappers aanvaarden dat informatie op die manier duizenden jaren bewaard kan blijven. De Bijbel zelf is bij lange na niet zo oud als het lijkt. De oudste volledige rol van een gehele canon (het Boek Jesaja) dateert van 140 v.Chr en behoort tot de vondsten van Qumran. Daarnaast bestaat er de 16 eeuwen oude "Codex Sinaiticus", de christelijke Bijbel in het Grieks, inclusief het volledige Nieuwe Testament. → Link

Als auteur van Genesis wordt een schrijver van Koning Salomon genoemd die rond 950 v.Chr. moet hebben geleefd. Maar de lutherse onderzoeker Bernd Jørg Diebner van de Universiteit Heidelberg, een kenner van de joodse literatuur tijdens het hellenisme, schrijft "die geslepen tekst" aan een onbekende rabbijn uit de tweede eeuw voor Christus toe.

(→ Der Spiegel, 23/2006, blz. 164).

Pas in de drie laatste eeuw voor Christus werd de Tenach of Mikra, het voornaamste boek in het jodendom dat de christenen Oude Testament noemen, geheel op schrift gesteld. Het was in het Hebreeuws geschreven, en voor een klein deel in het Aramees, en werd, mede om missionaire redenen, in het toen gangbare Grieks vertaald. Omdat dit door 70 of 77 joodse priesterschrijvers gebeurde, heet het werk "Septuagint". → Link

De eerste vertaling in het Latijn, de taal van het Romeinse Rijk en de nieuwe Kerk, wordt "Vulgata" genoemd en was van de hand van kerkvader Hieronymus. Voor joodse gelovigen zijn slechts de oorspronkelijke bewoordingen authentiek daar door G'd geïnspireerd.

Over de authenticiteit van de Bijbel : "The Bible exists in multiple manuscripts, none of them original, and multiple canons, none of which completely agree on which books have authority."

Meer →

David Rohl: Eden heeft coördinaten

Rohl boek David Rohl

David Rohl (1950) is een Britse archeoloog en egyptoloog die sinds de 90er jaren bekend is geworden als auteur van boeken en een televisiedocumentaire over zijn speurtocht naar het legendarische Eden en de "Hof van Eden", het Paradijs. Met zijn theorieën heeft hij geen vrienden gemaakt onder de archeologen. Volgens Rohl verwijst het eerste boek Mozes naar aanwijsbare landschappen – Eden lag tussen de Anatolische Ararat en de Perzische Sahand. Het opzienbarende verhaal van Rohl is onder andere na te lezen in het archief van "Der Spiegel":

Kaart van Eden

Eden van Rohl: coördinaten in de geografie?

Verdrijving uit het paradijs

Verdrijving uit het paradijs om mens te kunnen worden?

 

 

De Ararat en de Zondvloed

 

Berg Ararat

De Berg Ararat is met 5137m de hoogste en grootste berg van Turkije. De met eeuwige sneeuw bedekte (slapende) vulkaan ligt in Oost-Anatolië, dicht bij de grens met Armenië en Iran. Sommigen die het Noachverhaal letterlijk nemen, ontwaren een bootvorm in de Ararat-anomalie, een opvallende geologische structuur die de contouren zou hebben van de Ark van Noah. Het verhaal van een grote overstroming, de Zondvloed, komt in vele culturen voor, onder andere in die van Sumer dat ten zuiden lag van Eden. De gedachte van de Zondvloed als een wereldomvattende catastrofe wordt binnen de geologie afgewezen (onvoldoende water op Aarde). Maar als lokale ramp wordt ze toch nog wel gebruikt. Mogelijk hebben de zondvloedverhalen uit het oude Midden-Oosten iets te maken met het, na de ijstijd, onderlopen van het bekken van de Zwarte Zee.

 

Revolutie in de Vruchtbare Sikkel

Vruchtbare sikkel

Waar leefden Adam en Eva

© Der Spiegel/Nasa

In de valleien en hoogvlakten van de oostelijke Taurus die deel uitmaken van de Vruchtbare Sikkel, speelt de heilige mythe van Eden en de stichting van de eerste duurzame nederzettingen van de mens. Dat gebeurde tijdens de Neolithische revolutie, na de laatste IJstijd, circa 12 duizend jaar geleden. Sinds zijn ontwaken was de mens rondgetrokken zoals kuddedieren – samen jagend en verzamelend. Ineens begonnen landbouw en veeteelt en veredelde de mens planten en dieren en zichzelf, onder andere door een hogere taal met meer en meer woorden voor immateriële realiteiten.

Thuisland van landbouw en veehouderij

Wetenschappelijke bronnen

Iran is de bakermat van de koe en ander rundvee, het Oriëntaalse type paard, de geit en het schaap. Ook de luzerne komt er vandaan, het belangrijkste veevoer ter wereld. Het Midden-Oosten is het voornaamste thuisland van de meeste gecultiveerde planten en gedomesticeerde dieren. - Vavilov, N. , "Asia: Source of Species" in Asia, February 1937, p. 113. – Recenter onderzoek door Melinda A. Zeder en Brian Hesse (Science 287 (2000) 2254-57) plaatst het begin van de domesticatie van de geit in het Zagros-gebergte, circa 10 duizend jaar geleden. En onderzoek door Manfred Heun's (Science 278 (1997) 1312-14) maakt aannemelijk dat de grootschalige aanbouw van tarwe 8 á 9 duizend jaar geleden in het bergland van Karacadag is begonnen, ten zuidwesten van de Anatolische Hoogvlakte.

Kwam Abraham uit Ur, Turkije?

Stèle Gobekli Tepe

Stèle van de oudst bekende tempel van de wereld © Smithonian / Berthold Steinhilber

Het is gebruikelijk de streek van Sumer in het zuiden van Mesopotamië – nu Irak – als "wieg der mensheid" te omschrijven, met de stad Ur in het rijk der Chaldeeën, de "stad van Abraham". Maar ur is in het oerland van de beschavingen het woord voor "stad". Zo is er dan ook een ander Ur (Urfa = stad aan het water) in zuidoostelijk Anatolië dat zich sinds mensenheugenis als geboorteplaats van Abraham beschouwt. Het Turkse Ur lag ooit binnen de sfeer van de Mesopotamische culturen en lag dichtbij het (tot nu toe) oudste bekende heiligdom van de mensheid, Göbleki Tepe.

De ontdekking ervan, in de jaren negentig door Duitse archeologen, dwingt ook de geschiedkunde tot omdenken. De cirkeltempel (6000 jaar ouder dan Stonehenge) ligt op een heuvel en bestaat deels uit gebeeldhouwde monolieten. Volgens de chef-archeoloog van het uitgravingproject, Klaus Schmidt, bewijst de afwezigheid in de verre omtrek van resten van een stad uit dezelfde tijd als Göbleki Tepe dat de ontwakende mens eerst een heiligdom bouwde en daarna pas zijn steden. Het wetenschaps-magazine → "Smithonian" heeft er een artikel over. →

Vijver van Abraham

Urfa, de "Vijver van Abraham"

Er zijn nog drie andere factoren die het bijbelse Ur als beginpunt van het jodendom geografisch kunnen destabiliseren: het Ur in Irak is archeologisch al vroeg een dodenstad geweest, terwijl het Turkse Ur sinds ongeveer negenduizend jaar doorleeft; voor een landverhuizer met mensen en kuddes naar Kanaän waren meer dan duizend kilometer door de Syrische woestijnen fysiek onhaalbaar, terwijl er vanaf het noordelijke Ur wegen door grasrijk land naar Kanaäan leidden; bovendien blijken joden, "de kinderen aan Abraham" Arabisch DNA te missen – ze vormen genetisch geen Semitisch volk maar zijn familie van de volkeren van "Eden" en omstreken, zoals de Koerden en Armeniërs.

Het Zegel der Profeten

Mohammed de Profeer wordt door bahá'ís gezien als de laatste Manifestatie van God van de Adamische cyclus, hij bezegelde ook het Profetische tijdperk dat met Adam begon. De Báb en Bahá'u'lláh zijn de eerste Boodschappers van de cyclus van Bahá, het tijdperk van Vervulling waarin de mensheid zal samengroeien tot een hogere eenheid. Bahá'u'lláh heeft de titel "Koning der Boodschappers" (sultán al-rusul) gegeven aan de Báb, en God die hij manifesteert, de "Zender van de Boodschappers" (mursil al-rusul) genoemd.

In de Kitáb-i-Íqán ("Het Boek van Zekerheid") legt hij een rechtstreeks verband tussen Koranvers 33:40, over "het zegel der profeten", en vers 33:44, over de belofte van het "bereiken van de goddelijke Aanwezigheid", die hij interpreteert als de ontmoeting met de Manifestatie van God. Door deze verschillen worden bahá'ís door vele moslims als ketters gezien en behandeld.
Bron →

Joden zijn genetisch familie van de Koerden

AJHG Joden uit Koerdistan

Joden uit Koerdistan

In november 2001 verscheen er in "The American Journal of Human Genetics" een artikel van een team van voornamelijk Israëlisch onderzoekers die, met hulp van elk een Duitse en Indiase wetenschapper, 526 representatieve DNA-monsters van de grote bevolkingsgroepen van het Midden-Oosten hadden bekeken, waaronder die van drie joodse gemeenschappen. Het resultaat was opzienbarend – Sefardische joden wortelen genetisch in de noordelijke Vruchtbare Halvemaan en staan dichter bij de Koerden en Armeniërs dan bij de Arabieren, ook al delen ze met hen hun Semitische taal.

Titel van de publicatie: "The Y Chromosome Pool of Jews as Part of the Genetic Landscape of the Middle East", The American Journal of Human Genetics (volume 69, number 5, 1095-1112)

Logo AZADY

In genetisch opzicht lijken de Koerdische Joden de levende worteltak van het joodse volk te zijn. De Koerdische nieuwsbrief → "Azadi NL" (Vrijheid) bevat er een verhaal over.

Zijpad van 3

De Perzische Tuin

De herkomst van het Paradijs

Adan en Eva in de Tuin van Eden

Lucas Cranach (1513/14) – Adam en Eva in de Tuin van Eden

Het woord "paradijs" is afkomstig uit het Perzisch van de Avesta, de bijbel van Zoroaster, en betekent een omheinde gaard, een park, een hof. In overdrachtelijke zin is het een gelukzalig oord waarin de goede mens na het aardse leven belandt en de mensheid als geheel na haar verlossing van oorlog en onrecht, na een voorafgaande interventie van God in de geschiedenis. In de joodse geschriften heet het paradijs "Gan Eden", "Tuin Eden". Het toponiem Edin is een Sumerisch en Akkadisch woord voor een vruchtbare vlakte. De vertelling in Genesis 3 over de verboden vrucht wordt christelijk als "Zondeval" geduid, joods als straf door verdrijving van betrokkenen en door de idealistische filosofen van de 19e eeuw als het ontwaken van het bewustzijn. Door dat de mens ethisch kan handelen, onderscheidt hij zich wezenlijk van andere primaten, en dat kan hij pas dankzij de vermeende overtreding in de "tuin in Eden".

kfaravahar

Zoroaster sprak al over een wereldverlosser

Iraanse wetenschappen dateren het verschijnen van Zoroaster (Zarathoestra) in Perzië op 1800 v. Chr. , bijna duizend jaar voor Mozes. Het door hem geopenbaarde monotheïsme is de rijksreligie geweest van het oude Perzië tot de zegetocht van de islam in de 7e eeuw, toen veel zoroastriërs naar de kuststreek van het westen van India vluchtten en er Parsis werden.

De oorspronkelijke teksten van de zoroastrische openbaring over de eeuwige strijd tussen goed en kwaad en de uiteindelijke overwinning, van het positieve, de Zend Avesta, zijn verloren gegaan. Maar denkbeelden van het zoroastrische geloof in God (Ahura Mazda), de Satan (Ariman) en aan heiligen en engelen, oordeel en verlossing overleven in de andere godsdiensten uit het Midden-Oosten. Men heeft van het geestelijke nalatenschap van Zoroaster een reconstructie gemaakt en weer Avesta genoemd.

De filosoof Friedrich Wilhelm Nietzsche ("Also sprach Zarathustra; Begegnungen" ) kon in de vertaalde Zend Avesta ("het diepste boek der mensheid") slechts "onder tranen" lezen. Het werk was in 1771 in het Frans verschenen en baarde in heel Europa groot opzien, ook al bleek de vertaling achteraf onnauwkeurig.

De zoroastriërs vormen een erkende religieuze minderheid in Iran, waar de meesten van hen rond de oude vuurtempels van Yazd en Kirman leven. Vele zoroastriërs zijn vanaf 1880 bahá'í geworden en hebben de Openbaring van Bahá'u'lláh naar hun geloofgenoten in India gebracht.

Voor zoroastriërs is Bahá'u'lláh de voorspelde wereldredder, 'Ushidar Máh' of 'Sháh-Bahám'. Zoroaster was de eerste Manifestatie van God onder de Arische volkeren aan wie zich de universele geschiedenis herinnert. De bewoners van Urmia aan het gelijknamige meer geloven dat Zardusht in de omgeving van hun stad is geboren. Vanuit het nabije bergfort Chiriq werd de Báb in 1850 afgevoerd naar Tabriz, de stad van zijn martelaarschap.

Cyrus van Perzië werd al "messias" genoemd

Cyrus cylinder

Foltz Spirituality

Kurush (Cyrus) de Grote van Perzië (600-529 v.Chr.) geldt als een van de grootste heersers van de wereldgeschiedenis. Van hem is de eerste declaratie van de rechten van de mens; hij schiep ook de eerste paradijselijke tuin. De joden noemden hem "messias". Hij schiep een vreedzame multiculturele samenleving, het ideaal waar nu de bahá'ís wereldwijd naar streven. Van Perzië was de lichtleer van Zarathoestra uitgegaan; nu komt er de religie van Bahá'u'lláh vandaan.

→ Richard C. Foltz, Spirituality in the Land of the Noble: How Iran Shaped the World's Religions

Cyrus paradijstuin

Cyrus graftombe

Ooit de Paradijs-tuin van Cyrus de Grote; en zijn graftombe in Pasargade

De dichter en de Waterman

Rumi

 

Mohamed Jalal al-Din Rumi (1207-1273) is een van de grootste Perzische dichters. Hij wordt vooral om zijn gedichten over het Heilige geprezen, hij is Mevlana, 'onze meester' die de grandeur van de mens bezingt.

Again the wise Creator whom thou knowest
uplifted him from animality to Man's estate;
and so from realm to realm advancing,
he became intelligent, cunning and keen of wit,
as he is now.
No memory of his past abides with him,
and from his present soul he shall be changed.
Though he is fallen asleep,
God will not leave him in this forgetfulness.

In het westen werd Rumi in de late de 20e eeuw een van de meest gelezen mystici van New Age, een beweging die een nieuw tijdvak in het denken van de mens verwacht, een grote, innerlijke sprong. In 2012 begint het tijdperk Waterman waarin de tegenstellingen in de mensheid zullen vervagen en liefde en eenheid belangrijker gaan worden dan het gelijk. Die verwachtingen komen dicht bij het toekomstbeeld in de Openbaring van Bahá'u'lláh – een mensheid in eenheid die de eeuwige vrede zal realiseren en met een wereldomvattende beschaving zal vullen.

De woorden waarin Bahá'u'lláh gedachten Gods communiceert, komen ten dele uit de dichtkunst van Perzië, met name uit de poëtische woordenschat van Rumi.

Zijpad van 4

De Tuin van de hoop

Tuinen ter ere van God

Site Bahai Gardens

Detail Bahai Garden

De Baha'í Tuinen

 

Tuinen zijn een expressie van de Perzische ziel. Hun vierduizend jaar oude naam – pairidaeze – is in vele westerse talen het "paradijs" geworden. De Perzen kenden al opulente parken met bloemengazons, fruitbomen en waterspiegels en (soms) wilde dieren, toen Europa slechts bescheiden sier- en kruidentuinen onderhield. De Griekse schrijver Xenophon leerde in het begin van de 5e eeuw v.Chr. de Perzische Tuinen in Mesopotamië kennen en liet er een voor zichzelf aanleggen op zijn landgoed nabij Olympia. Zijn park – het oudste in Europa – bestond tot in de 2e eeuw n.Chr.

De spirituele tuin van de Perzen was een omsloten rechthoek, in kwarten gedeeld door kanalen die later de vier rivieren van Eden verbeeldden. De oorspronkelijke omheining of muur symboliseert dan de bergen die het Paradijs beschermden. De Arabische kaliefen verrijkten hun paleizen met elegante, verkoelende Perzische tuinen, zoals op het Alhambra in Granada.

In de mystieke landschapsarchitectuur van de Koran was het elementaire water in drie van de vier kanalen vervangen door de verrukkelijkheden van melk, wijn en honing. Ook de Moghuls die in de 16e tot 18e eeuw de vorstenstijl van India bepaalden, lieten hun bouwmeesters spirituele tuinen naar de geometrie van de Pardis van Cyrus de Grote ontwerpen, zoals rond de graftempel Taj Mahal in Agra.

De religie van de bahá'is verbindt het concept van de Perzische Tuin met de symboliek van de eenheid der mensen en der dingen. Aan de twee Bahá'í Tuinen is Israël is in 2009 een speciale website gewijd. →

Het paradijs van de islam

Paradijs Islam. Two lovers, The Metropolitan Museum of Art, Riza 'Abassi.

 

In de moslimwereld heet het paradijs "Al-Jannah", de Tuin aan de andere kant van het aardse leven. Anders dan het heilige boek van de joden biedt de Koran geen duidelijk uitzicht op een verlossende toekomst, maar heeft God de mens bovenaardse tuinen beloofd, waardoorheen rivieren stromen, "heerlijke woonplaatsen in de tuinen van de eeuwigheid." Alle zonden worden er vergeven, er geurt de bries van de eeuwige vrede en de ziel voelt zich er liefdevol geborgen in God.

Er zijn in het Paradijs van de Islam negen oplopende kringen vol verrukkelijkheid, maar de meeste geleerde moslims beschouwen de beschrijvingen van het hemelse paradijs als beeldspraak voor een geestelijke toestand buiten het voorstellingsvermogen. Dante, geïnspireerd door de mysticus en dichter Ibn Arabi, beschrijft dit dilemma in de "Goddelijke Komedie":

"Ik was in de hemel die het meest vervuld is van licht, en ik zag er dingen die geen mens die van daar terugkeert kan navertellen. Want wanneer we het object van ons verlangen nabij komen, dringt ons verstand er zo diep in door dat ons geheugen er later niet meer naar kan terugkeren."

Zijpad van 5

De Tuin van de zonde

Katholieke erfzonde en gereformeerde predestinatie

Calvijn

Augustinus, Calvijn

Op basis van de Zondeval, een prediking van de Apostel Johannes; een zinsnede in de Openbaring; brieven van Paulus aan de christenen in het huidige Turkije en een conclusie van kerkvader Irrenaeus hebben de denkers en beslissers van de Kerk de verzoeningsleer ontwikkeld. Het proces heeft meer dan duizend jaar geduurd – van Augustinus van Hippo (354-430) tot het Concilie van Triente (1546).

Terwijl peccatum originale originatum – de oerzonde – volgens Rome met de doop verdwijnt, ligt die zaak voor Calvijn moeilijker: God bepaalt volgens hen vooraf aan de geboorte wie zalig wordt en wie niet, en met die onzekerheid moet de mens leren leven. Calvijn noemde die predestinatie een 'decretum horribile', een "huiveringwekkend besluit". Slechts Gods genade schonk gelukzaligheid. Heden ten dage trekken meer en meer mensen de theologische constructies rond de erfzonde in twijfel.
Een kort essay over de erfzonde staat in de serie Sleutelwoorden van Bahá'í → Denkbeelden.

Pelargus kon niet in de zondeval geloven

Pelargus - St. bernard

Pelargus (5e eeuw) argumenteerde tegen Augustinus, verwierp diens leer van de erfzonde en zag de mens als een zelfverantwoordelijk wezen dat met Gods genade zijn weg kan vinden. De Kerk vond dat dit zonder Verlosser niet mogelijk was en beschouwde hem als ketter. Hij kwam uit Schotland en verdween spoorloos onder de kluizenaars rond de Karmel in Palestina.

Zijpad van 6

De Tuin van de dagdromen

Aborigines leven in een soort Eden

Dreamkeepers

"There is so much to be learned from Aboriginal people – about land management with fire, about the species of the continent, about relationships among living things, and between living things and the seasonal forces, about how to understand human society as a part of living systems, taking humanity seriously without making of it the centre of creation."

Mogelijk verkeren de Asmat van West-Papua in "dreamings" als de oude volkeren van Australië in de witte mensenzee. Vergelijkend onderzoek moet dit nog aantonen. In 2006 meldde de BBC dat een wetenschappelijk team in de nevelwereld van de Foja-bergen van Indonesisch Nieuw-Guinea tot een plek was voorgedrongen die op aarde "het dichtst bij de Tuin van Eden ligt". Het team ontdekte er nieuwe palmen, gigantische rododendronbloemen en nieuwe soorten vogels, vlinders en kikkers. Maar de boeiendste jungle is geen tuin in de zin van het oorspronkelijke woord "gan" in de Bijbel dat een artefact aanduidt, niet een stuk paradijselijk rijke natuur.

→ Harvey Arden: Dreamkeepers: A Spirit-Journey into Aboriginal Australia.

Gaia – de aarde als organisme

De Aborigines beschouwen zich als onderdeel van een aards geheel. Tijdens de jaren tachtig lanceerden de Britse scheikundige James Lovelace en de Amerikaanse biologe Lynn Margulis een soortgelijk idee door te stellen dat de planeet Aarde een enkel levend organisme vormt. Hun "Gaia hypothesis" bleef wetenschappelijk onbewezen, maar het is ecologisch aannemelijk dat de natuur een holistisch verschijnsel is, waarin alles samenhangt en op elkaar reageert. "…regardless of the eventual validity of the idea that life controls its environment for its own benefit, the recognition that the Earth's physical, chemical, and biological components interact and mutually alter their collective destiny, by accident or design, is a profound insight." – Encyclopeædia Britannica.

Zijpad van 7

De Tuin van de mens

Bahá'í visie op de mens

Kostbare stenen

Adam is voor bahá'ís de mythisch eerste mens die God te midden van mensen manifesteerde. Met hem was de mens innerlijk boven het peil van het dier opgestegen. De natuur, met de daarbij behorende lusten en driften, blijft de mens weliswaar constant omlaag trekken; maar daar moet hij zich juist geestelijk tegen verzetten. Voor bahá'ís zijn Adam en Eva generieke benamingen voor de hemelse geest en de menselijke ziel in elke persoon. - Bahá'u'lláh openbaart een machtwoord van God: O ZOON VAN GEEST! Ik schiep u rijk, waarom maakt gij u arm? Edel vormde Ik u, waarom vernedert gij u?

De hoogste status in de schepping

Na de wereld en al hetgeen erin leeft en beweegt te hebben geschapen, verkoos Hij door de rechtstreekse werking van Zijn onbeperkte en soevereine Wil de mens te onderscheiden door hem het unieke vermogen te verlenen, Hem te kennen en lief te hebben - een vermogen dat beschouwd moet worden als de bezielende kracht, het voornaamste doel en de grondslag van de gehele schepping . . .Meer →

Hoge gedachten over de mens

Xavier Zubiri

Xavier Zubiri (1898-1983) - De Spaanse filosoof was een van de grootste denkers van de 20e eeuw. In zijn omvattend metafysisch systeem is de mens een in de werkelijkheid geplaatste bewuste intelligentie die zich voortdurend ontvouwt. "From the point of the first cause, God, his creative will for an intellective psyche is a will for genetic evolution."

The origin of man →

Biografisch →

Teilhard de Chardin  - boek Teilhard de Chardin

Pierre Teilhard de Chardin (1881-1955) – Franse evolutiewetenschapper, auteur van "Le Phénomène Humain", Het verschiijnsel mens, waarin hij uiteenzet dat homo sapiens als denkend wezen in staat is de kosmos én zichzelf te overstijgen. De mensheid is op weg naar Punt Omega, het evolutionaire moment waarop zij zich als planetaire eenheid zal ervaren.

Het gedachtegoed wordt als toekomstwijzend ervaren: meer →

Zijpad van 8

De Tuin van de schepping

Het universum van Bahá'u'lláh

A drop of the billowing ocean of His endless mercy hath adorned all creation with the ornament of existence, and a breath wafted from His peerless Paradise hath invested all beings with the robe of His sanctity and glory. A sprinkling from the unfathomed deep of His sovereign and all-pervasive Will hath, out of utter nothingness, called into being a creation which is infinite in its range and deathless in its duration. The wonders of His bounty can never cease, and the stream of His merciful grace can never be arrested. The process of His creation hath had no beginning, and can have no end. ...

De stand van de wetenschap

Stephen Hawking Hawking - Boek

Het aanbevolen boek: "The Universe in a Nutshell" by Stephen Hawking

Gemakkelijker te lezen dan vroegere werken van Hawkings. De beroemde astrofysicus vat samen wat de cosmologen op dit moment weten en veronderstellen.

De aanbevolen bron op het internet: The Official String Theory Web Site →

Meer boeken over de stand van zaken bij het onderzoek van het universum in de "Superstring Shop" →

Zijpad van 9

De Tuin van de toekomst

De bahá'í toekomstvisie

De mens verandert zijn uiterlijk en innerlijk milieu zodanig dat de natuur zich tegen hem keert. Theïstisch verkeert hij in conflict met de God uit wiens vermogens de natuur is voortgevloeid. De uitgang van dit conflict is voorspelbaar – een titanische capitulatie die de weg vrijmaakt naar een nieuwe wereld van het inzicht, een hogere levensvorm. De Bahá'í-religie loopt daarop vooruit en brengt vandaag al wereldburgers van morgen voort, mensen die Gods hand in de geschiedenis zien; die in één mensheid geloven; in de noodzaak van de eeuwige vrede en de zegeningen die alleen daaruit al voortvloeien. In de laatste anderhalve eeuw zijn de mens alle technologieën en systemen toegevallen die de verwezenlijking van een planetaire beschaving vereist. De Openbaring van Bahá'u'lláh maakt duidelijk dat dit geen toeval is maar een gevolg van een geestelijke interventie. God maakt alle gedachten en middelen bereikbaar die behoren bij de taakstelling van een nieuwe tijd. Bahá'u'lláh leert dat de mensheid zich zal openen voor "de allergrootste vrede" waarin ook de harten aaneen zullen worden gesmeed. Dat de Verenigde Naties de verenigde naties zullen worden, staat bij voorbaat vast.
– Meer hierover in "Bahá'í Topics" →

Nederlandstalig denkmateriaal online →

Dwingende redenen om planetair te denken

Planetair denken

De website "Global Issues that effect us all" ( ) van de Indiase netwerkspeurder Anup Shah bevat meer dan 550 artikelen over de tikkende tijdbommen op aarde. De gegevens zijn afgeleid uit ambtelijke en wetenschappelijke rapporten en analysen die via meer dan 7.000 links toegankelijk zijn.

Kenmerkend is de samenhang van de levensproblemen van de mensheid en dat die een nieuwe orde van machten en motieven vereisen – een geopolitieke eenheid en eensgezindheid. De Bahá'í-religie zegt dat de daarin waarneembare druk de richting aangeeft van Gods wil – een bekering tot een hogere en daarom vreedzame en rechtvaardige, universele beschaving, Die zal gebaseerd zijn op opvoeding tot onvoorwaardelijke menselijkheid. Ware religie dient dit doel, bezield de rede en redelijkheid tot alomvattende inzichten en stimuleert de zin ernaar te handelen.

De militaire bedreiging

Doomsday clock SPIRI gebouw

Doomsday Clock, SIPRI Instituut voor vredesonderzoek

Vijftienhonderd strategische raketten zijn permanent op brandpunten van het menselijke leven gericht, miljoenensteden en economische clusters. In totaal beschikken negen staten over rond 30 duizend inzetbare kernwapens. Volgens de wereldorganisatie van atoomgeleerden staat de "Doomsday Clock" op 5 voor 12. De militaire politiek besteedt jaarlijks rond 1,5 biljoen dollar (1.500.000.000.000) aan wapensystemen. – Bronnen:

Stockholm International Peace Research Institute, Yearbooks 2009

US Global Security Organization

Greenpeace, Demand Peace and Disarmament

Bulletin of the Atomic Scientists

De klimatische bedreiging

Klimaat verandering

Klimaat verandering (klik voor vergroting)

Volgens het "syntheseverslag" van het jongste wereldklimaatcongres (Kopenhagen, maart 2009) zal het warmtegemiddelde van de aarde sneller en hoger stijgen (+ 4-5◦ C) dan het internationale klimaat- en wateroverleg van het IPCC* nog in 2007 voorspelde. Bij gemiddeld +2◦ C loopt een rode streep. De dynamica van de klimaatverandering is veel heviger dan waar de wereldwatchers al bang voor waren, aldus de wetenschappelijke updating van het laatste IPCC-rapport. Volgens de nieuwste datamodellen vaart de mensheid nu al een onomkeerbare worst case-koers. Groenland zal weer groen worden, de zeespiegel zal een meter stijgen en droogten, overstromingen en hevige luchtturbulenties zullen voor eeuwen de biosfeer teisteren. Het crisismanagement van de meteorologische en hydrologische levensvoorwaarden op aarde zal grote inspanningen van de wereldsamenleving vergen - een insnijdende matiging van productie, consumptie en bevolkingsgroei - een collectief andere levenswijze. – Bronnen:

IPCC Reports & Technical Papers

Wetenschappers voorspellen collaps van het klimaat

*) Het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering IPPC is een wetenschappelijk orgaan opgezet door de Wereld-Meteorologische Organisati (WMO) en het VN Milieuprogramma UNEP.

De sociale bedreiging

Armoede

Er verhongeren jaarlijks negen miljoen mensen, waaronder vijf miljoen kinderen. Naar schatting 1,2 miljard mensen lijden aan en tekort aan vitaminen en proteïnen. Aan de andere kant zijn 1,2 miljard mensen vetlijvig en worden er in westerse landen aanstootgevende hoeveelheden voedsel weggegooid.

Voor de helft van het bedrag dat in Europa wordt uitgegeven voor sigaretten zouden alle arme mensen kunnen leren lezen en schrijven, basale voeding en medische verzorging kunnen ontvangen en over schoon water en minimale hygiënische voorzieningen beschikken. Bijna de helft van de mensheid leeft van minder dan 2,5 dollar per dag. Met minder dan 1 procent van de militaire uitgaven zouden alle kinderen naar school kunnen. De voornaamste oorzaak van honger en armoede is een moreel gebrek – onrecht. Commentaar van Charles Darwin: "If the misery of the poor be caused not by the laws of nature, but by our institutions, great is our sin."

Bron: Poverty Facts and Stats ; en

Andere issues

Human Population

Arms Trade

Biodiversity

Consumerism

Financial Crisis

Health Issues

Human Rights

Oceans Issue

Third World Debts

 

Bahai Topics logo

Who is writing the future?

Reflections on the Twentieth Century.
Meer →

De welvaart van de mensheid

Bahá'í visie op de richting die de mensheid dient te gaan.
Meer →

Brief aan de religieuze leiders van de wereld

→ Religie moet mensen tot vrienden maken.
Meer →

EDEN

De Tuin van mythen en morgen

 

Eden landschap

 

Het ziet ernaar uit dat we nu weten waar Eden heeft gelegen, en het Hof van Eden, het paradijs. Twee aardrijkskundige aanwijzingen stonden er al over in de Bijbel: de bronnen van Tigris en Eufraat die "de tuin" bevloeiden. Ze ontspringen in het bergland Taurus, in oostelijk Anatolië. Naar de twee andere stromen van Eden – Pishon en Gichon – hebben joden en christenen tweeduizend jaar lang vergeefs gezocht, tussen de Ganges (Lucidarius) en de Orinoco (Columbus). Twee Engelse geleerden, een deskundige in geografische namen en een archeoloog, hebben aangetoond dat ook die twee rivieren in de Taurus ontspringen; ze hebben slechts andere namen. – Een speurtocht van Gunter C. Vieten naar de waarheidsgehalte van een mythe en de paradijsachtige toestand die op aarde zal ontstaan nadat we de oorlog zullen hebben afgeleerd.

De voorgeschiedenis

Volgens het eerste van de Vijf Boeken van Mozes, "Genesis", is de mens ("man en vrouw schiep Hij hen") in een Tuin ontwaakt die in het oosten van het land Eden lag, later genaamd "Paradijs". De Britse archeoloog David Rohl maakt aannemelijk dat die mythische locatie van Adam en Eva in de landschapskom van Tabriz heeft gelegen, de hoofdstad van de Perzische provincie West-Azerbaijan.

 

In het land Eden speelt volgens "Genesis" na de schepping ook het bijbels verhaal van "de tweede schepping", na de Zondvloed, nadat de Ark van Noah op de berg Ararat was opgelopen die uit de watermassa oprees - in hetzelfde gebied.

 

Eden geldt tevens als het legendarische geboorteland van Zoroaster, een van de grote lichten in de geestelijke evolutie van de mensheid. Hij was het die de gedachte van een wereldverlosser in de religieuze geschiedenis heeft geïntroduceerd. Uiteindelijk spelen er ook de laatste levensjaren van de Báb die als tijdhervormer het einde van de Adamische tijd bracht.

 

De Báb heeft in 1847-1850 van zijn bergkerkers uitgekeken op Eden en de Ararat. Hij stierf op een zomerdag van 1850 in een fusillade in Tabriz – Rohls locatie van het Hof van Eden. Volgens de wereldleer die de Báb heeft ingeleid, verkeert de mensheid in de Era van Bahá, het tijdperk van vervulling dat de heilsprofetieën van de mensheid met wijsheid, vrede en gerechtigheid verbinden.

 

De Báb had zich in de wereld van de moslims het laatst als Qa'im bekend gemaakt, de Poort naar de Qayyum die alle dingen tot nieuw leven brengt. Zijn optreden in Perzië was revolutionerend. Uit een bloeddoop van vervolgingen die nog steeds doorgaan, is het geloof van de huidige bahá'ís voortgekomen – de religie die geijkt is op de eenwording van de volkeren en culturen. Het oude Eden heeft kennelijk bestaan – op het nieuwe Eden kan de mens rekenen. Bahá'u'lláh heeft geopenbaard dat de bestaande wereldorde opgerold zal worden als een versleten Perzisch tapijt, en dat God in onze tijd een nieuw tapijt ontrolt, met het patroon waarin mensen als de bloemen zijn van één Tuin.

1

DE TUIN VAN DE GEOGRAFIE

 

Het Eden van Genesis bestond alleen in een ongedocumenteerd verhaal, er waren mensen die erin geloofden of erover fantaseerden. Dan verscheen er in 1998 een boek van de egyptoloog → David Rohl waarin hij Eden op de hoogvlakten van de oostelijke Taurus situeerde en de Hof van Eden in het voorland van de oude vuurberg de Sahand die als een cherub over het noordwesten van Iran waakt. Rohl had eerder een onderlinge verschuiving van de chronologische meetlatten van Egypte, Mesopotamië en de Bijbel bepleit en ermee veel stof doen opwaaien in de oudheidkunde van het Midden-Oosten. Ditmaal presenteerde hij een theorie over de ligging van het legendarische Eden waarmee hij onverschrokken zijn wetenschappelijke reputatie ter discussie stelde.

De vier paradijsrivieren

Rohl had als egyptoloog enkele uitgravingen op het gebied van het antieke koninkrijk Kush geleid dat achter de derde cataract van de Nijl lag. Ook de nieuwste versies van de Bijbel vertalen de rijksnaam "Kush" weer met "Nubië". Maar volgens Genesis was een kennelijk ander "Kush" een landsdeel van Eden. Rohl vond dat het bijbelse Kush in het oostelijk gedeelte van de Vruchtbare Sikkel moet hebben gelegen – het oerlandschap van akkerbouw en veeteelt. Daar had hem een privaatgeleerde op gebracht, ene Reginald Walker (1917-1989), waarover verder niets bekend is.

 

Walker had ontdekt dat de grensstroom Araks die in de Kaspische Zee uitmondt, op kaarten uit de 7e eeuw in het Arabisch "Gaihun" wordt genoemd en dat die naam zelfs nog hier en daar op Victoriaanse landkaarten voorkomt. En de voorheen onvindbare Pishon moest etymologisch identiek zijn met de (Qizil) Uizhun, de oude naam van de rivier die op de hellingen van de godenberg Sahand ontspringt en nu als Sefid Rud ("Witte Rivier") naar de Kaspische Zee vloeit.

De weg door de Kurdische poorten

Terwijl Walker de alle vier rivieren van Eden als eerste etymologisch had geïdentificeerd, pakte Rohl het lokalisatieproject oudheidkundig aan. Zijn eerste reisgids was een kleicilinder in het Brits Museum, met een tekst in Sumerisch spijkerschrift, die bekend staat als behorende tot de oudste documenten van de mensheid. Zijn archaïsche informatiebron gaat over een koninklijke missie van Sumer in het mondinggebied van Eufraat en Tigris naar Aratta, het land van goud en lapis lazuli in Edin.

 

Sumerische teksten waren leesbaar sinds de ontdekking, in 1844, van een drietalige inscriptie op een rotswand in West-Perzische Behistun. Dankzij die Perzische "Steen van Rosetta" kon Rohl de weg volgen van een gezant die, om in "Aratta" (Urarta), te komen, "zeven poorten" moest passeren - zeven passen door de Kurdische bergen.

 

Rohl deed er vanuit het antieke Susa in het zuidwesten van Iran per "Landrover" vier dagen over. Dan had hij de vlakten van Myandoab bereikt, het vruchtbare grensland van Perzië met het Turkse Kurdistan. Hij was overweldigd: "Dit is een van de meest weelderige streken van het Midden-Oosten: vette aarde, bongerds, wijngaarden en traag meanderende rivieren. Dit is beslist het oorspronkelijke hart van Eden."

→ The Garden of Eden. Where is it?

De bedolven Tuin van Tabriz

Het district Myandoab was volgens Rohl het goudland Chawila uit het Eden-verhaal; en het land waaromheen de Araks stroomt, was het land Kush van toen. Christelijke vertalers van de Septuagint, de Griekse vertaling van de Joodse Geschriften door de joden zelf, dachten dat de auteur van Genesis 2 met "Kush" het gelijknamige koninkrijk in Nubië had bedoeld. Maar kennelijk waren het oud-Egyptische "Kush" aan de Nijl en het "Kush" aan de Araks twee afzonderlijke landschappen.

 

Het woord "kush" komt uit de talen van het Midden-Oosten. Kush was de vader van Nimrod, "de eerste machthebber op aarde" die Abraham liet doden. Ook de legendarische stamvader van de Baloetsjen die in een ver verleden in het noordwesten van Iran hebben gewoond, werd "Kush" genoemd. De Hindu-Kush (Kush van India) ligt in Midden-Azië, ten oosten van Perzië, en niet in Oost-Afrika.

 

In zijn no-seller "Legend: The Genesis of Civilisation" schrijft Rohl dat hij ook de ligging van de Tuin van Eden denkt te hebben gevonden: in de vallei van Tabriz, aan de samenloop van twee rivieren. Daar ligt aan de zuidelijke horizont de slapende vulkan Sahand die het "heen en weer flitsende, vlammende zwaard" kan zijn geweest waarmee volgens Genesis 3.24 een cherub te terugkeer van de mens naar het Paradijs had tegengehouden.

 

De laatste vulkaanuitbarstingen rond Eden hebben zich aan het begin van het holoceen voorgedaan, de tijd waarin de Neolithische revolutie plaatsvond - circa 12.000 jaar geleden. De, achteraf, paradijselijk lijkende levenswijze van de nomadiserende mens veranderde toen ingrijpend. Homo sapiens ging zich vestigen en de wildernis ontginnen. Volgens de Bijbel (Gen. 4) deed Kaïn dat in Nod, ten oosten van Eden. Daar liggen nu de districten Noqdi die deel uitmaken van de provincie Oost-Azerbaijan van het huidige Iran, met een oude weg naar de Kaspische Zee.

Twee kerkers boven Eden

Ten westen van de Sahand ligt het zoutmeer Urmia met de gelijknamige stad, waar volgens een plaatselijke overlevering Zoroaster is geboren, de 'Mozes der Ariërs'. Ooit zou Perzië, zei Zoroaster of Zaratushtra, de verlosser van de mensheid voortbrengen, de Shah Bahrám. Bahá'ís geloven dat de Perzische edelman onder de "grootste naam" – Bahá'u'lláh – ook die oude Iranische profetie vervuld.

 

De Báb die vanaf 1844 de komst van Bahá'u'lláh had verkondigd, had tijdens de laatste twee jaren van zijn leven, niet ver van Urmia, in het grensfort Chiriq gevangengezeten. Daar verklaarde hij in een brief aan zijn aanklagers de Qa'im te zijn - de verwachte wederkomst van de verdwenen Twaalfde Imam. Daarmee distantieerde hij zichzelf en zijn volgelingen van het systeem van de heersende Sjia-islam en de traditionele moslimorde van de Sjaria. Zij waren daarmee formeel niet langer moslims en werden door de Moskee vogelvrij verklaard. In Iran zijn de bahá'ís die hen zijn opgevolgd, tot op heden buiten de wet gesteld.

 

Vanuit zijn kerkervensters keek de Báb uit op wijdse bergland dat ooit deel was van Urartu, een grotendeels nog ongelezen boek over de land waar de stedelijke beschaving begon. Op de kaart van David Rohl ligt Chiriq midden in het Land van Eden. En vanuit Fort Maku, zijn eerdere kerker aan de Perzisch-Russische grens, had de Báb een jaar lang uitgekeken op de Ararat. In Genesis wordt beschreven hoe daar, na de Zondvloed, een nieuwe mensheid onder de regenboog ontstond, met de vracht uit de Ark van Noach als levend startkapitaal.

Stof voor een nieuwe wereldgeschiedenis

In de nu nog steeds vruchtbare hoogdalen van de bergketen die diagonaal door Turkije en het noordwesten van Iran loopt, waren na de laatste IJstijd de eerste vaste nederzettingen van de mens ontstaan. In die nieuwe samenlevingen ontwikkelde zich een hoger ontwikkelde taal die de uitwisseling van gedachten ook over abstracte onderwerpen toeliet – geestelijke kwesties en juridische zaken.

 

Stap voor stap ontstaat er intussen het beeld van een culturele evolutie die in het neolithicum op de hoogvlakten van Kurdistan begint en dan uit het gebied van het Urmiameer langzaam naar de laagvlakten van Mesopotamië afdaalt. De geografische weg ernaartoe is bezaaid met archeologische hotspots. Stand van zaken volgens het weekblad "Der Spiegel":

 

"Het Paradijs had coördinaten, het was een reële locatie, en het Oude Testament bevat de wegwijzer ernaartoe. Vooral onderzoeker van de Jonge Steentijd (12.000-4.000 v.Chr.) hebben het vermoeden dat het verhaal uit het Eerste Boek Moze ('Genesis') een reële basis heeft." - De geschiedenis van de mensheid is fantasierijker verlopen dan de mens tot nu toe heeft gedacht. De vijftig regels uit Genesis "die nog ieder kind kent" bevatten de stof voor een nieuwe wereldgeschiedenis.

→ Matthias Schulz, Wegweiser ins Paradies, Der Spiegel 23/2006

2

DE TUIN VAN VRAGEN

 

Het woord "paradijs" komt in de christelijke Bijbel slechts op drie plaatsen voor en in de joodse Bijbel, de Tenach, op geen enkele plaats. Waar Lucas en Paulus in het Nieuwe Testament naar een "paradijs" verwijzen, bedoelen zij hogere sferen en niet de Tuin of Hof waar Adam en Eva in waren "geplaatst". De oudtestamenticus Othmar Keel, auteur van onder andere een tweedelig geleerdenboek over Jeruzalem en het ontstaan van het monotheïsme, behoort tot de wetenschappers die een zoektocht naar Eden zo onzinnig vinden als "een poging om de Steen der Wijzen mineralogisch te determineren". De Tuin van Eden was volgens Keel "een oord van de geest", van hetzelfde genre als het paradijs dat Christus een lotgenoot aan het kruis belooft. Maar de Bijbel spreekt van de Tuin van Eden als onderdeel van een reëel scheppingsproces met geografische locaties – rivieren en landschappen in de werkelijkheid.

In Eden voelde de mens zich kennelijk één met de natuur waar haar schepper doorheen kon kuieren. Beschreven wordt een pastorale uit de animistische evolutiefase van de menselijke beleving, waarin zonde noch dood bestonden. Daar komt op een namiddag totale verandering in na het proeven van een granaatappel die een verruiming van het bewustzijn tot gevolg had. Dat gebeurde in wat later de Jonge Steentijd werd genoemd.

De moeizaamheid van het leven

Na een nomadisch bestaan van miljoenen jaren kwam de mens in omstandigheden terecht waarin instincten moesten worden vervangen door overleg, en waar de toevalligheden van de jacht moesten plaatsmaken voor de vooruitziende bebouwing van ontgonnen terrein, nog duizenden jaren zonder zeis of ploeg. Wat er gebeurde bij die overstap heeft de Perzische dichter Rumi later onder woorden gebracht: God had de mens uit de dierlijkheid omhoog gehaald, in een evolutionair proces van vermenselijking door verruimend bewustzijn.

In het klassieke Perzisch van Bahá'u'lláh is "de Nachtegaal van het Paradijs" de Manifestatie van God in de wereld van de mens, de Profeet; is een goddelijke openbaring "het geruis van de bladeren van het Paradijs" en "de liefde Gods het Paradijs zelf".

3

DE PERZISCHE TUIN

 

De Perzen waren de eersten die een aardse tuin "hemels" hebben gevonden. Het klassieke model, genaamd "pardis" of "pairidaeze", had Cyrus II de Grote in de 6e eeuw v. Chr. laten aanleggen. Zijn paleis in Pasargad bij Shiraz behoorde tot de Zeven wereldwonderen. Cyrus was de eerste heerser met zicht op één wereld en een fusie van volkeren en culturen met één gezamenlijke taal. Zijn begrip en respect voor de religieuze opvattingen en culturele tradities van andere volkeren verschafte hem "de bewondering van alle mensen over wie hij regeerde". De profeet Jesaja noemde Cyrus "een herder van God"; op zijn bevel moesten de joden de Tempel van Salomon in Jeruzalem herbouwen die de Assyriërs hadden verwoest. Op de "Cìlinder van Cyrus" in het British Museum staat de eerste proclamatie van de rechten van de mens.

Volgens Mary Boyce, de doyenne van de Iraanse Studiën in het westen, was Cyrus II van alle heersers van het oude Perzië "het meest in overeenstemming geweest met het Zoroastrische geloof". Cyrus liet in zijn paradijstuin een troon neerzetten zodat hij zijn vermoeid gemoed in de florale geometrie van het schoonste oord op aarde kon bedden. Een kostbaar soort Perzisch tapijt van Tabriz heeft nog steeds een patroon dat aan "Pardis" herinnert, de droomtuin van alle tijden in het land Eden, waar alles begonnen is; en waar het voorgoed naartoe gaat zodra er de eeuwige vrede inkeert die Bahá'u'lláh voorzegd.

Dit paradijselijk uitzicht spreekt ook uit de Perzische Tuinen van de bahá'ís op de berg → Karmel, met terrassen als een hemelsladder en het zachte geluid van kabbelend water van toen, in de nachtegaaltuinen van Teheran in de tijd van de Qajar die Bahá'u'lláh en zijn familie in ballingschap stuurde. Zijn volgelingen bedden Bahá'u'lláh in de eerste tuin van God die mensen hebben aangelegd voor een manifestatie van God in een sterveling. Die graftuin in Galilea, Bahji, is voor bahá'ís de naaf van het wiel van een nieuwe aarde onder en nieuwe hemel.

4

DE TUIN VAN DE HOOP

 

De mens heeft al in de prehistorie op een opperwezen geconcludeerd en dan overeenkomstig gehandeld. Niets kon immers uit niets zijn ontstaan. De etnoloog Wilhelm Schmidt (1868-1954), opgeleid in het missieklooster van de Societas Verbum Divini te Steyl bij Roermond, heeft dat in een twaalfdelig standaardwerk over de oorsprong van het godsidee aannemelijk gemaakt. Hij verdedigt de theorie dat al "wildlevende oervolkeren" religiositeit hebben gekend en rituelen rond een opperwezen dat als God werd ervaren. De mens heeft er dan eigenmachtig tienduizenden beelden aan toegevoegd.

Daartoe behoren ook de vele scheppingsverhalen, waaronder dat van de joden dat niet los kan worden gedacht van de ideeën van de volkeren eromheen. Er bestonden al paradijs- en zondvloedmythen lang voor dat de joodse stammen op het toneel van de geschiedenis verschenen. Die van Sumer staan al vierduizend jaar op schrift; die van Israël deden slechts mondeling de ronde en zijn pas in de laatste eeuwen voor Christus op schrift gesteld en gedeeltelijk als "Dode Zee-rollen" bewaard gebleven.
→ Link

De Tuin was geen gewone tuin

Inmiddels heeft het jodendom een eerder abstracte kijk op de aanleg van Gan 'Eden, der Tuin van Eden. Die is van een andere orde dan het overige Zesdagenwerk van Jahwe. De flora dateerde immers al van de "derde dag". Dovid Sears, een Amerikaanse rabbijn, spreekt van "een Bijbels model" van een oorspronkelijk goddelijk evenwicht tussen mens en natuur. Hoewel die paradijselijke oertoestand ophield toen G'd de poorten van de Tuin dichtsloeg, is Gan 'Eden "niet voor altijd verloren", weet de rabbijn. Er zal er een tijd komen dat Hij "de zegeningen vervult die Hij oorspronkelijk met de opzet van Zijn werken heeft verbonden".

In een vreedzame herordening van de wereld zal een religieuze renaissance komen, zal "profetie terugkeren" en een "spirituele verlossing" plaatsvinden. De mens zal door inzicht dichter bij God komen. Rabbi Sears weet: "Eden is ons geestelijk thuis, en het verlangen om er naar terug te keren ligt diep begraven in de menselijke ziel."

In de Shulchan Aruch, de gids voor het alledaagse joodse leven, staat dat Gan 'Eden te voorschijn zal komen uit de verwarring die de mens op aarde heeft gesticht; want de geordende Tuin is daarvan het verlossende tegendeel. Gan 'Eden is in de mensheid verborgen als "een noot in de dop".
Rabbi Dovid Sears: A Vision of Eden →

Eden als beschavingsproject

Ook moslims zien uit naar een verlossend mensenlandschap dat zij zich voorstellen Umma Muslimah, één natie van alle volkeren. Door een geestelijke schokervaring zal de eenheid herstellen die door wanbegrip en onenigheid verloren is gegaan. Een beweging als die van "Future Islam" spreekt van een "groot beschavingsproject". Vele nadenkende moslims, aldus de groep, voelen dat de Islam de teugels van de tijd uit handen zijn gegleden en willen daarom "de Koranische geest vernieuwen". Bahá'ís weten dat God zelf dat al heeft gedaan door de eenheid van de mensheid te initiëren. Ondertussen zijn de christenen de enigen van de vier Abrahamitische religies die weliswaar dagelijks om Gods Rijk bidden - "laat uw koninkrijk komen" – maar er eigenlijk niet in geloven, tenzij het om een orde gaat die niet van deze wereld is.

5

DE TUIN VAN DE ZONDE

 

Het scheppingsverhaal van de Bijbel beschrijft een zorgeloos mensenpaar dat goed noch kwaad kent. Adam en Eva delen de onbekommerdheid van dieren in een verraderlijke idylle waarin het gewelddadige karakter van de natuur buiten het bewustzijn blijft. Ook de mens beschikt in die fase van de evolutie mogelijk nog niet over moreel onderscheidingsvermogen en is daardoor tot persoonlijke keuzes niet in staat geweest. Dan breekt door het proeven van een verboden vrucht ongekende ellende los. "Het aardrijk (zij) om uwentwil vervloekt!" roept god in de avondwind, en meteen is het paradijs perdu en het leven vol zweet, pijn en dood.

De rabbijnse visie

Voor het rabbijnse jodendom hebben Adam en Eva persoonlijk een grens overschreden, maar kan er van een besmetting van hun nakomelingen met een erfzonde bij God geen sprake zijn. Waar het in joodse zin om gaat "is de bijbelse weg van berouw en verzoening met God; … of de mens van nature een zondaar is of niet doet nauwelijks ter zake", want de mens is yetzer ha-ra geboren – eigengereid tegenover zijn Schepper maar ook yetzer ha-tov - geneigd tot het goede. Die tweeslachtigheid maakt de mens tot mens; in die onvolmaaktheid onderscheidt Adam zich van zijn Maker.

De christelijke visie

Terwijl de rabbijnen in Genesis 3 een verhaal uit de geestelijke prehistorie lezen, hebben kerkvaders en concilies er de ongehoorde tragedie van de erfzonde uit afgeleid: de doodstraf van de ziel voor allen die niet door het vergoten bloed van de gekruisigde Heer zijn gelouterd. Alleen voor de Maagd Maria, Moeder van God, maakt God de Vader een uitzondering. Een gezaghebbende katholieke theoloog licht die leerstelling toe:

"De leer over de erfzonde is met die van de verlossing nauw verbonden. Door zijn lijden en dood heeft Christus zijn hemelse Vader verzoening aangeboden voor de zonden van alle mensen gezamenlijk (objectieve verlossing), wat ons de mogelijkheid biedt ook persoonlijk verlost te worden (subjectieve verlossing; toepassing op ieder individueel van de vruchten van de objectieve verlossing). Was er geen zonde geweest, dan ook geen verlossing."

Prof. Mag. dr. J.P.M. van der Ploeg O.P., Het bestaan van de erfzonde - Katholiek Maandblad, 1989, 11

De theologie van de erfzonde

De christologische gedachtegang volgt zijn eigen logica: In het paradijs heeft de mens zich van God afgewend, waardoor God zich op zijn beurt van de mens heeft afgewend – theologisch uitgedrukt: "aversio hominis a Deo" leidt tot "aversio Dei ab homine".

Hoewel grondleggend in de christelijke geloofsleer, komt het begrip "erfzonde" in het Oude en het Nieuwe Testament niet voor. Hebreeuwse auteurs kunnen met de christelijke uitleg van het joodse boek Genesis niets beginnen. Jezus Christus spreekt er nergens over in de Evangelieën. En toch is het volgens Nederlandse protestanten samengevat aldus:

Protestantse visie

"Door de schuld van één mens, Adam, is de zonde in de wereld gekomen en de dood is het logische gevolg van de zonde. De dood breidde zich uit naar alle mensen, want zij zondigden allemaal. De zonde was al in de wereld voordat Mozes Gods wet ontving. Maar zolang die wet er niet was, werd de zonde niemand toegerekend. Toch ontkwam in de tijd van Adam tot Mozes niemand aan de dood, ook al had men niet, zoals Adam, gezondigd door een uitdrukkelijk verbod van God te overtreden. Wat een tegenstelling tussen Adam en Christus, Die nog komen moest! Hoe schril steekt de zonde van de mens af tegen de genade van God! Door de schuld van één mens, Adam, zijn de mensen gestorven. Maar hoog boven alles uit torent de genade van God voor alle mensen, de onverdiende gift van die ene mens Jezus Christus, Die Zijn eigen leven opofferde om tallozen van de dood te redden."

Het Evangelie van Jezus Christus, Zondeval →

Katholieke visie

Katholieken zien de erfzonde leerstellig niet anders dan protestanten: "Het is vooral de filosoof Augustinus (354-430) geweest die de leer van de erfzonde theologisch heeft gevestigd. Het Concilie van Trente heeft haar met onfeilbaar leergezag omkleed. De Kerk kan er dus niet op terugkomen zonder zichzelf te verloochenen. Zou zij zich vergist hebben, dan zou zij niet 'Moeder en Leermeesteres van de geopenbaarde waarheid zijn'.

Introibo ad Altare Dei, Het bestaan van de erfzonde → http://www.ecclesiadei.nl/docs/ploeg0027.html

De bahá'í visie

"Nemen we het verhaal (van de zondeval) letterlijk en zo als het over het algemeen wordt uitgelegd, dan is het met recht zonderling te noemen. Het verstand kan zoiets aanvaarden noch bevestigen of zich voorstellen dat de aangehaalde dialogen, details, uitspraken of verwijten ook maar in de verte op een intelligent iemand duiden, hoeveel te minder op een Godheid die het oneindige heelal en zijn bewoners heeft geschapen, en dat met absolute macht en volmaaktheid."
´Abdu´l-Bahá: Some Answered Questions, Adam and Eve. – Question: What is the truth of the story of Adam, and His eating of the fruit of the tree? Ongeautoriseerde vertaling.

De aangeboren tweeslachtigheid

 

Doordat mens en dier biologisch zo nauw verwant zijn, komen in het genetische patroon van de mens ook lagere eigenschappen voor. Maar de mens kan driften en instincten leren beheersen en sublimeren. Op dit vermogen berust alle beschaving, alle menselijkheid. Daarom kan de van nature tweeslachtige mens geen teleurstelling zijn geweest voor zijn maker. De apostel Paulus beschreef handenwringend zijn dilemma: "Met mijn verstand onderwerp ik mij aan de wet van God, maar door mijn natuur onderwerp ik mij aan de wet van de zonde."

Ook Luther klaagt: "Want ik weet dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont. Immers het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken dat kan ik niet."

De mens is mens in aanleg

 

Volgens de latere doctrine van de reformatie is de mens uiteindelijk "ongeschikt tot enig goed en geneigd tot alle kwaad". Tegelijkertijd weet iedereen dat dit zo niet waar is. De mens is "een mijn vol edelstenen", leert Bahá'u'lláh; door de juiste opvoeding worden ze een sierraad voor de wereld. Dat leerde ook de vrome Pelagius Britannicus in de 5e eeuw. Christus was volgens hem Gods voornaamste opvoeder. De kerkleer van erfzonde en verlossing vond hij onaanvaardbaar – weliswaar had Adam de zonde in de wereld gebracht, maar de mens kon zich er uit eigen kracht van bevrijden. Zijn denkwijze, het pelaginisme, werd tot ketterij verklaard. Toch had Jezus van Nazareth zich "rabbi" (leraar) genoemd, en voor Bahá'u'lláh zijn de Manifestaties van God de liefdevolle Opvoeders der mensheid.

6

DE TUIN DER DAGDROMEN

 

Volgens Mozes 1:2,15 had God de mens in de Tuin in Eden geplaatst "om die te bewerken en erover te waken". De inheemse Australiërs, de Aborigines, hebben van zichzelf een soortgelijk idee. Betrokkenheid bij de aarde is de kwintessens van hun bewustzijn. Ze zijn door een Wet bestemd tot behoeders van de schepping. Hun ziel is onderwerp van verwonderend antropologisch onderzoek. Ze lopen naar eigen zeggen "met zachte tred" door het land waar zij zich verantwoordelijk voor voelen. Elke stap veroorzaakt "trillingen" in de tijd. Ze kunnen de "voetsporen" van de scheppende geest lezen, de "lijnliederen" van de aarde horen en de "snaren" van de kosmos. Ze voelen potentialen van wat nog zal komen en kennen de aanvangen en de einden van perioden in tijd en wind. Dier, mens en hogere wezens delen de kosmos.]

Mentale tijdgenoten van Adam en Eva

De Aborigines verkeren mentaal in de prehistorie; zij hebben geen verdrijving uit het paradijs gekend, geen neolithische revolutie meegemaakt. Een complexer levensvorm, met gedomesticeerde dieren, akkers met koren en kruiden en het principe Law and Order dat bij steden en beschavingen behoort, ligt voor hen in een nooit meer komend verschiet. De denkwereld van de blanke verslindt hen mentaal en ontneemt hun de kans op een autonome geestelijke toekomst als volkeren die in de Steentijd zijn blijven steken en 200 à 300 talen spreken en minstens 600 dialecten. Hen blijft alleen de overstap naar de harde Australische realiteit. Slechts een minderheid heeft de sterke geest van de veroveraars overleeft die in de 18e en 19e eeuw met schepen uit Europa kwamen. Van hen ervaren moderne onderzoekers hoe de binnenwereld van de mens er uitziet als die zo leeft alsof de tijd is blijven staan – in een mythisch verleden waarin ook een verhaal als dat van Eden speelt. Zo als de mens in het vastgelopen Steentijd van Australië kunnen zich ook Adam en Eva hebben ervaren, toen het leven nog een toestand was die de Aborigines als "dreaming" omschrijven – een dagdroom die alle realiteit omvat. Ook in dat stadium van de evolutie weet de mens al heel goed dat hij geschapen is, zoals al wat beweegt of niet.

Realiteit van de dagdroom

Als mensen die in het stadium van de vroege mens zijn blijven steken, zijn de Aborigines holisten van nature. In hun dreaming hangt alles met alles samen; zij leven in een gewaarwording waarin hemel en aarde één zijn. De metafoor van Eden ligt er niet ver vandaan. Ook Adam en Eva verkeerden argeloos met God, bloot en ongewapend te midden van de wilde dieren. Anders dan het verleidelijke serpent van 1 Mozes 3 is de Regenboogserpent uit de magische kosmos van de Australische Aborigines een invalsrijke mensenmaker.

Dat geeft te denken: In het bijbelverhaal helpt de slang de mens uit de Tuin te ontsnappen die geen vrijheid kende. De Bijbel vermeldt niet het soort slang dat bij de Boom van de Kennis in actie is geweest. Het was wellicht toch de species van down-under in Australië. Aborigines kunnen spiritueel naar Dreamtime terugkeren, de oorsprong. Ze kennen rituelen en totems om geestelijk door tijd en ruimte te reizen, naar éénzijn, de unio mystico Australiensis. Zij zijn levende vondsten uit het paleolithicum, misschien wel honderdduizend jaar oud in hun anatomische soort. Wetenschappelijke publicaties laten zien hoe zij zichzelf zien:

"Onze naam, mens, komt van alles wat Wandjina ons heeft gegeven – al die dingen, de planten en bomen, de bergen en heuvels, de sterren en wolken, ja hoor, ook de kikkers, de padden en de vis, zelfs de sprinkhaan, al die dingen die er zijn – wij vertegenwoordigen hen." Woorden zijn de "speren en geweren" waarmee de Aborigines spiritueel hun land tegen de witte ontzieling verdedigen: "Ik vecht met woorden voor mijn volk," zei Oude Vrouw, "I'm gonna take the land back with words." →

7

DE TUIN VAN DE MENS


Geen mens weet eenduidig wie of wat "de mens" is. Donald Johanson, de ontdekker van de prehistorische botten van "Lucy", noemt dit in zijn gelijknamige boek "ronduit belachelijk". Anderzijds is dit niet verwonderlijk, want de eigenlijke kenmerken van de mens zijn geestelijke eigenschappen. Vooral daarom is moeilijk vast te stellen wanneer de menswording begon. Geestelijke kenmerken laten immers geen sporen achter op paleontologisch bot. De missing link tussen dier en mens kan slechts aan de binnenkant van de evolutie hebben gelegen. Misschien waren er wel wezens die er uitzagen als een mens en in werkelijkheid het mentale stadium van menselijkheid nog niet hadden bereikt.

De dubbele schepping van de mens

De schepping verliep in het eerste hoofdstuk van het boek Genesis anders dan in hoofdstuk 2. Eerst was er het befaamde Zesdagenwerk, werden man en vrouw tegelijkertijd geschapen en was er nog geen Tuin van Eden. Op de volgende bladzijde gebeurde de schepping niet uitdrukkelijk in zes dagen, was het beplantingsschema van de aarde rommelig, kwam alleen Adam tot stand, uit rode klei; en werd hem een rib ontrukt waar Eva uit ontstond, zijn, letterlijk, 'helpster'. Beiden, Adam en Eva, werden in Genesis 1 en 2 op een geografisch witte plek geschapen en daarvandaan naar de Tuin in Eden verplaatst. Pas daarna liepen hun bijbelse biografieën ineen.

Het verschil met al het andere

De karakteristieken van de mens waren in het binnenste van de evolutie verborgen zoals de persoonlijkheid van een kind in de zwangerschap van zijn moeder. Dat de mens niet uit het dier voortkwam demonstreerde iedere zwangerschap opnieuw: in de baarmoeder herhaalde zich de evolutie van de mens in negen maanden. In geen enkel stadium daarvan was de foetus iets anders dan een mensenkind in wording. De gehele schepping was opgezet om een schepsel voort te brengen met de geestelijke aanleg van de mens. Die verkeerde altijd in een toestand van wording van het onbekende in zichzelf.

De mens wordt door de Bijbel als het de enige wezen beschreven dat zich van God bewust is. Bahá'u'lláh bevestigt dit door te leren dat alleen de mens het genetische vermogen bezit om het hoogst denkbare te herkennen, God, en dat die eigenschap uniek is in het universum. Twee grote denkers van de 20e eeuw komen door hun kenvermogen tot dezelfde conclusie – Xavier Zubiri (1898-1983), de Spaanse existentialistische denker: "De evolutie is op Homo sapiens gericht geweest"; en Teilhard de Chardin (1881-1955): Vanaf de ontwikkeling van het molecuul tot de levende cel is alles op de genese van de mens afgestemd geweest, de "as en spits van de evolutie". Bahá'u'lláh leert:

Na de wereld en al hetgeen erin leeft en beweegt te hebben geschapen, verkoos Hij door de rechtstreekse werking van Zijn onbeperkte en soevereine Wil de mens te onderscheiden door hem het unieke vermogen te verlenen, Hem te kennen en lief te hebben - een vermogen dat beschouwd moet worden als de bezielende kracht, het voornaamste doel en de grondslag van de gehele schepping . . .

De ruis van de schepping

In het scheppingsverhaal van de Bijbel treedt de mens "kant en klaar" te voorschijn, terwijl God geen definitieve toestanden schept. Het gehele heelal is een eeuwig verloop, een eeuwige ontplooiing van honderd miljarden Melkwegstelsels in het blok van de ruimtetijd. Niets in dat universum staat stil – de energiestromen niet, de materiekernen niet en niet de sterren, laat staan de mens. God houdt een perpetuum mobile gaande waar de mens zijn ogen op uitkijkt.

Het statische beeld dat verstand en geloof zich vroeger van God en de schepping hebben gemaakt, is niet houdbaar gebleken. De evolutietheorie van Darwin, de relativiteitstheorie van Einstein en de theorie van de inflatie van het universum door Alan Guth duiden op een dynamische schepping en – mutatis mutandis – een dynamische Schepper die verborgen is in het waarneembare en denkbare. Inmiddels neemt natuurwetenschappelijk onderzoek de ruis van de metafysica waar. De bahá'í geschriften noemen God "de drijfkracht van de levende schepping", "eeuwig gehuld in het ondoorgrondelijke mysterie van Zijn onkenbaar Wezen", met de stelling: "Van Hem is de wereld der schepping."

Gedachten maken de mens

Genesis beschrijft een type mens dat eerst nog volgzaam aan de leiband van een ingeschapen gedragspatroon liep. Niets in de schepping kon willekeurig uit zijn voorgeschreven baan springen, ook de prehistorische mens kon dat niet en onderscheidde zich daardoor niet onder de primaten. Pas door de "verboden vrucht" van het onderscheidingsvermogen was de mens een reflecterend, concluderend en vrij handelend wezen geworden; nu pas wezenlijk anders dan de apen die anders zo dichtbij hem stonden zo dat er nog steeds mensen zijn die zich als "naked apes" zien.

Het courante mensmodel was anatomisch rond 200 duizend jaar geleden voleindigd. Zijn resten waren bij de rotsformatie Omo Kibish in Ethiopië gevonden. De hersenen van het meest verfijnde type mens maar ook zijn mondholte en keel waren zo ver geëvolueerd dat zijn anatomie complexe klankreeksen kon voortbrengen – hoorbare gedachten, hogere taal. Sindsdien kon ook God met de mens op een intelligente schaal communiceren en dat gebeurde ook, door Manifestaties van God in de geschiedenis, de Leraren uit het Ongeziene die de mens tot de mens opvoeden. Na Omo Kibish is bij de soort Homo sapiens geen verdere uiterlijke verfijning meer vast te stellen, terwijl er innerlijk nog oneindig veel aan ontbreekt.

Binnen 80 duizend jaar hadden nakomelingen van de vermenselijkende mens de grotten van de berg Qafzeh bij Nazareth in Galilea bereikt, tegenover de berg Karmel in Israël. Toekomstige uitgravingen zullen naar verwachting een nog verder reikende landverovering aantonen in de streken van de Vruchtbare Halvemaan.

De ladder naar vermenselijking

In Genesis zegt God tegen God: "Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken." Het zijn goddelijke eigenschappen die de mens tot een verheven schepsel boven het dier maken – zelfbesef, onsterflijkheid, denkvermogen, inzicht, wijsheid, fantasie, creativiteit, vrije wil of onbaatzuchtig liefde. Van de scala van waarden die bij beschaving hoort, werd de mens zich direct of indirect bewust door onderwijzing door de Profeten, Avataren, Godgezanten; zij leiden de mens uit het mythische verleden de ladders omhoog, stapsgewijs naar collectieve vermenselijking. Dat is het beeld dat uit de onderwijzing door Bahá'u'lláh oprijst, Gods Leraar na al die Leraren die het verleden hebben verlicht.

"Abstract denkvermogen, expressies van diepe gevoelens, het creëren van grote kunst – zelfs al zou dit allemaal uit Darwins Selection voortkomen, dan nog kan die selectie alleen niet de verklaring zijn voor het gehele spectrum van de mogelijkheden van de mens," concludeert de anders sceptische Edward Wilson, een van de twee hoogst gedecoreerde Amerikaanse geleerden.

De mens was als mens aangelegd

Ondertussen heeft de Amerikaanse gedragsonderzoeker Michael Tomasello in de aard van de mens een aanleg aangetroffen die vanaf zijn ontstaan aanwezig moest zijn geweest. Dit culturele gen droeg het potentiaal in zich van een wezen dat op hoog niveau kon leren denken, praten en scheppend te zijn. Die ontdekking van de mens als culturele species betekende "een revolutie in het begrijpen van de wereld". Het weekblad "Der Spiegel" reageerde opgelucht: eindelijk was er iets nieuws in wetensland! – "Tomasso leert allen de les die de wortels van het menselijk cultureel gedrag bij het dier denken te vinden. Tegelijkertijd keert hij zich tegen onderzoekers die werkelijk menen dat genetische mutaties een reeks hersenmodellen hebben opgeleverd die op topniveau functioneren."

Michael Tomasello, "Origin of Human Communication" en "The Cultural Origin of Human Cognition"

8

In Tuin van de schepping

 

De nieuwste stand in de kosmogonie bevestigde Calvijns gelijk. De beschikbare theorieën over het ontstaan van het universum vertoonden inconsistenties die (Wikipedia) "best in staat zijn het menselijke verstand te verwarren wanneer men probeert de beginsituatie van het heelal te verstaan zonder goddelijke tussenkomst".

Wetenschap nadert Metafysica

Op zoek naar de oorsprong van het heelal en zichzelf nadert de mens thans de zone waar de waarneembare werkelijkheid eindigt en een realiteit begint die niet meer tot de wereld der dingen behoort. In de denkwereld van de theoretische fysica en de kosmogonie staan onderzoekers bij gesloten grensovergangen van de natuurlijke orde naar het onbekende. Aan de overkant ligt Terra metafysica, het oneindige buitengewest waar voordien alleen wijsgeren en theologen op hebben uitgekeken. Alle denkmodellen over het ontstaan van het heelal leken wiskundig gemurmel. Dat de wereld niet zo was ontstaan als Genesis het beschrijft, begreep in de 21e eeuw ieder kind. Maar tegelijkertijd bleek de eerste zin van de Bijbel onverwoestbaar. De Openbaring van Bahá'u'lláh verduidelijkt waarom dat zo is:

Voorwaar, Ik zeg u dat de schepping Gods werelden omvat naast deze wereld, en schepselen anders dan deze schepselen. In elk dezer werelden heeft Hij dingen beschikt die niemand kan doorvorsen behalve Hij, de Aldoorvorsende, de Alwijze.

De verklaring van het onverklaarbare

Tegen het einde van de tweede millennium dacht de goegemeente dat het universum met een knalloze knal uit het onvoorstelbare was gedetoneerd, op een tijdloos moment waarop alle parameters nog op nul stonden. Maar de theorie van een oerknal uit niets dan elektromagnetische lading, 13,7 miljard jaren geleden, leverde een model op van een universum waarin wetenschappelijk niet te leven viel. Hier moest de wiskunde uitkomst bieden, een menselijk bedenksel van extreem hoog gehalte.

De verschijnselen waarmee kern- en astrofysici zich bezighielden waren niet langer in woorden te vatten en vroegen om wiskundige symbolen die bijna niemand meer begreep. De daarbij gangbare differentiële vergelijkingen getuigden van een duizelingwekkende staat van het denkvermogen dat op een wereld van onvindbare feiten en onverenigbare theorieën was gestoten.

Bij nader inzien leverde de moderne kosmogonie slechts een tijdelijke wegmarkering op door de gigantische donkerheid van het universum. Ludwig Wittgenstein, de eigenzinnige wijsgeer van de 20e eeuw, had natuurwetenschap als nadenktaak al uit zijn filosofie verbannen. Hij wilde alleen nog taal analyseren omdat de rest onbegonnen werk was. Waarover men niets weet moest men niet filosoferen, luidde zijn devies.

De zekerheid van het onzekere

Niet eerder had de mens door naar zekerheid te zoeken zoveel zekerheid verloren als in de jongste fase van zijn intellectuele evolutie. Toch waren natuurkundigen van naam er nog steeds van overtuigd "dat het heelal beheerst wordt door een verzameling rationele wetten die we kunnen ontdekken en begrijpen". Verwacht werd het bewijs dat de mens in een heelal leeft dat zichzelf volledig omvat, zonder begin of eind. Informatie uit de Openbaring van Bahá'u'lláh had daar eerder al licht op geworpen:

Een opspattende druppel uit de peilloze diepte van Zijn soevereine en alomvattende Wil heeft vanuit het uiterste niet-zijn een schepping opgeroepen die oneindig is in wijdte en eeuwig in lengte. De wonderen van Zijn mildheid kunnen niet eindigen en de stroom van Zijn barmhartige genade kan nooit ophouden. Zijn schepping heeft aanvang noch einde. [G80]

Genesis riep nog het beeld op van een godheid die los stond van hemel en aarde en die "boven het water" zweefde voordat het Zesdagenwerk begon. Maar indien ook voor de schepping de wiskundige beginwaarde Nul gold, kon dat beeld niet kloppen. Dan waren Schepper en schepping onlosmakelijk van elkaar als zon en licht en was de schepping al geschapen voordat ze naar menselijke maat begon.

Het ware was betrekkelijk

Fysica en metafysica zijn aan het begin van het nieuwe millennium naar elkaar toegeschoven. Aangetoond was dat de oorsprong van de natuur buiten de vier dimensies gezocht moest worden. Daartoe moest de natuurkunde zichzelf opnieuw definiëren. Ongewild en ineens had de zichtbare werkelijkheid een metafysische achtergrond. Het einde van het statische universum van Genesis vroeg om een dynamisch concept van een allesbeheersende godheid. Ook religie was toe aan een fundamenteel nieuw concept van de waarheid die op het vlak van de mens in elk opzicht relatief bleek te zijn.

Bij het oneindig uitdijende heelal paste het bahá'í-concept van een onkenbare, zichzelf ontvouwende God in een proces van theofanieën door de geschiedenis heen. Manifestaties van God in de realiteit brachten het collectieve inzicht op een steeds hogere stand. Het besef dijde daardoor uit, en geschiedenis ontrolde zich als een eindeloos tapijt. De machtigste nova ooit was aan de vooravond van de huidige tijd verschenen tussen hemel en aarde verschenen. De mensheid had eigenlijk sprakeloos moeten zijn van verwondering in deze "grootste eeuw van allen", zoals de bahá'í-geschriften onze tijd kwalificeren.

9

DE TUIN VAN MORGEN

 

Op Internet draaien tientallen sites op het onderwerp "wereldondergang". Het metaforische scenario over het einde van de wereld in Matteüs 24 lijkt vertaald in het dagelijks nieuws. Een "Doomsday Clock" geeft sinds 1947 de minuten aan tot het uur Nul waarop een nucleair conflict uitbreekt of een aanslag plaatsvindt. De klok staat onder een monument in de Universiteit van Chicago waar, in 1941, voor het eerst kernenergie kon worden opgewekt. Die "Doomsday Clock" wordt door het directorium van het "Bulletin of the Atomic Scientists" gecontroleerd dat politiek negatieve en positieve ontwikkelingen tot gemiddelden optelt.

Atoomwetenschappers zijn merendeels fervente tegenstanders van een militaire politiek die de mensheid met radioactieve bommen, torpedo's, granaten en mijnen heeft opgezadeld. Volgens Greenpeace waren er tegen het einde van de 20e eeuw nog meer dan twintigduizend kernwapens operatief. Alle kernmogendheden waren bezig hun arsenalen aan te passen aan nieuwe strategieën. Wantrouwen is de actuele hoofdfactor van de heersende machtsystemen. Volgens Ron McCoy, president van de internationale organisatie van artsen tegen kernwapens, is al het gebruik van nucleaire kleinwapens, mini-nukes, een "spiegelgladde helling naar de verdoemenis".

De profetische waarschuwing

Een "substrategische" bom met een explosiekracht van 150 kilo-ton TNT, afgeworpen boven een dicht bewoonde stad als Mombay, zou 800.000 tot 8.000.000 mensen doden. Strategische waterstofbommen hebben een verwoestend vermogen tot 50 miljoen ton TNT en kunnen halve continenten tot obsidiaan laten smelten. In de Openbaring van Bahá'u'lláh is meer dan 120 jaar geleden voor het eerst sprake van het gevaar van het kernwapen:

Vreemde en verbazingwekkende dingen bestaan er in de aarde. Deze dingen zijn in staat de hele dampkring van de aarde te veranderen, en besmetting erdoor zal dodelijk blijken.

Bron: Bahá'u'lláh, Tablets of Bahá'u'lláh revealed after the Kitáb-i-Aqdas, blz.69. Bahá'í World Centre, Haifa, 1982 - Aangehaald in de verklaring "Wie schrijft de toekomst", International Bahá'í Community.

Uiterlijke vooruitgang, innerlijke achterstand

In rondschrijven aan de heersers van zijn tijd had Bahá'u'lláh van ongekende fysieke vermogens gesproken; daar moest mentale en maatschappelijke vooruitgang mee gepaard gaan, wilde er niet "onvoorstelbaar onheil" uit voortkomen. De heersende asymmetrie tussen een historisch ongekende technische vooruitgang bij een gelijktijdig blijven steken in het 19e-eeuwse politieke wereldsysteem van nationale staten betekende een historisch eveneens ongekend risico voor de mensheid.

Ondertussen zoekt de wereld naar reddende constructies. De global village is nu al te complex voor achterhaalde regeermodellen. Noodzakelijk zijn wereldomvattende, vreedzame, heilzame en duurzame concepten. Er is veel maar lang niet voldoende bereikt sinds de Tweede Wereldoorlog en de stichting van de Verenigde Naties die daaruit zijn voortgekomen. In de optiek van de baha'is vertoont de globalisering een gevaarlijke achterstand op Gods plannen met de wereld. De wetenschappelijk verworven kennis heeft bij lange niet het omvattende inzicht opgeleverd dat de huidige omstandigheden vereisen.

De noodzaak van een tweede Eden

De mens had de Tuin van zorgeloosheid moeten verlaten om mens te kunnen worden in wat in bahá'í geschriften het "Adamische tijdperk" heet. Sindsdien is er een nieuw tijdperk begonnen, waarin de mens zelfverantwoordelijk is, capabel en voorzien van zoveel kennis, techniek en kapitaal dat hij Aarde tot Eden kan veranderen zodra de wereld roept "Yes we can".* Niet eerder was Homo sapiens in een vergelijkbare situatie. Sterker nog – hij had geen andere kans om duurzaam te overleven. Zelfs de systemen van de biosfeer begonnen zich tegen de mens te verzetten. Onrecht en onmatigheden hadden planetaire afmetingen. Noodzakelijke oplossingen moesten gezamenlijk worden gezocht en gevonden. Een nieuwe, planetaire wereld was allesbehalve een verre utopie:

"Eenwording vormt het volgende, onvermijdelijke stadium in het proces van maatschappelijke evolutie een fase waar ons alle ervaring van verleden en heden naartoe drijft," laat het Universele Huis van Gerechtigheid verluiden dat door Bahá'u'lláh is opgericht en op de Berg Karmel zetelt. Toelichting: "Het tijdvak dat de mensheid in gaat, zal aan ieder individu, aan elke instelling en aan iedere gemeenschap op aarde nooit eerder voorgekomen kansen bieden om deel te nemen aan het schrijven van de toekomst van onze wereld, hoe groot de beroering ook moge worden"..

 

De Tuin Gods

Begin 2004 verscheen de "Osservatore Romano" met de kop "Een nieuwe internationale orde kan gerechtigheid en vrede brengen". De krant van het Vaticaan haalde Paus Johannes Paulus II aan: "Moge God ons helpen 'de beschaving van de liefde' te bouwen." – "Beschaving van de liefde" leek een ander woord voor de "Grootste Vrede" van de harten, waar Bahá'u'lláh van spreekt – een wereld waarin "alle mensen de bloemen zijn van één tuin".

 

* YES WE CAN music video